Home / Actueel / Uncategorized / “Het succes van het ANLb is nog groter dan we hoopten”

“Het succes van het ANLb is nog groter dan we hoopten”

Terugblikken en vooruitkijken na vijf jaar Agrarisch Natuur- en Landbouwbeheer

Het Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb) bestaat vijf jaar. Er is sindsdien veel veranderd voor boeren en provincies. Een gesprek met twee betrokkenen van het eerste uur over de weg naar dat nieuwe ANLb en wat het Europese experiment ons tot nu toe heeft opgeleverd.

Tekst: Annemieke Dunnink

Beeld: Emily Rosalia

Aard Mulder, beleidsadviseur van het ministerie van LNV, en Alex Datema, voorzitter BoerenNatuur en melkveehouder, zijn vanaf het begin betrokken bij het bedenken, opstarten en doorontwikkelen van het ANLb. Sinds 2012 werken ze beiden aan het huidige Agrarisch Natuur- en Landbouwbeheer, waarvan de looptijd van 2016 tot en met 2021 is. In een gesprek kijken ze terug op de start, naar de huidige werking van het collectieve systeem en waar het in de toekomst heen moet.

Datema: “Aard en ik spreken elkaar al sinds 2012 en altijd in het kader van het ANLb. We begrijpen elkaar goed, maar we zijn het zeker niet altijd met elkaar eens. We bellen elkaar makkelijk op om belangrijke punten over het ANLb of GLB te bespreken.”

Mulder: “In de beginperiode van het ANLb hebben we elkaar goed leren kennen, we hebben veel gesproken over hoe we denken en waar we voor staan. Zo ontdek je ook hoe je elkaar kunt helpen. Onze uitdaging was om elkaar op de route naar onze bestemming te houden. Een systeem veranderen kost tijd, niet iedereen is meteen aan boord. We hebben af en toe een beetje geduwd en getrokken om uiteindelijk te komen waar we nu zijn: een collectief ANLb-systeem waar boeren zich in kunnen vinden en waar je meer biodiversiteit mee kunt bereiken.

Het oude agrarische natuurbeheer was een versnipperd beleid. Het beheer werd per individuele boer uitgevoerd zonder samenhang met buren en het gebied. Afgesloten beheer moest zes jaar lang op precies hetzelfde perceel uitgevoerd worden, ongeacht of bijvoorbeeld de weidevogel naar het perceel ernaast was gegaan. Bij fouten kreeg je een boete. Het huidige ANLb geeft meer ruimte aan de boer en het gebied om samen met het collectief koers te bepalen. Zo spreek je het eigenaarschap aan van de boer, krijg je meer draagvlak voor het beheer en de maatregelen die de boer moet uitvoeren naar het ANLb.”

Datema: “Per gebied zijn er sinds 2016 doelstellingen bepaald door de provincie, Friesland doet veel weidevogelbeheer, Noord-Brabant richt zich op het behoud van de akkervogels en Limburg werkt aan landschapsbehoud en het voortbestaan van de korenwolf. Activiteiten die je uitvoert zonder de koppeling met de doelstelling, werken niet. Boeren voeren in het huidige ANLb meer zwaardere beheermaatregelen uit.”

Een nieuw systeem

Mulder: “In 2012 werd op Europees niveau gepraat over het agrarische natuurbeheer dat zowel in Europa als in Nederland niet werkte. Het was daarmee de ideale tijd om een nieuw beleid te ontwikkelen. De Nederlandse overheid heeft boeren gevraagd hoe zij het zouden willen doen. Daar hebben we de Brusselse wetgeving en de nationale overheidsvragen naast gelegd en zo zijn we een systeem gaan bouwen waarvan wij dachten dat het kon werken. In 2012 hebben alle stakeholders (de boeren, boerenorganisaties, natuurorganisaties en de overheid) in designsessies de problemen op papier gezet. Vervolgens hebben we oplossingen bedacht en prototypes ontwikkeld om te testen. Dus in plaats van lange onderzoeken en rapporten schrijven, hebben we met de betrokken partijen toewerken naar drie pilots die meteen in de praktijk uitgevoerd konden worden. Terwijl de Europese Commissie met ons meedacht, hebben we toegewerkt naar een systeem dat potentie had en natuurdoelen kon halen.”

Datema: “Het was pittig om dit nieuwe systeem te ontwikkelen. We waren maar met een kleine club van zo’n tien man. Dat het ons dan toch gelukt is, met allemaal verschillende mensen vanuit LNV, provincies en de landbouw, komt omdat we onze koers hebben vastgehouden ons niet uit elkaar hebben laten spelen, zelfs niet in moeilijke tijden.”

Mulder: “We hadden vertrouwen in elkaar, we hadden er vertrouwen in dat we het juiste pad bewandelde en we hielpen elkaar als de spanningen hoog opliepen. Voor zo’n grote systeemverandering heb je elkaar echt nodig. Anders verandert er niets en val je snel terug in de oude gang van zaken.”

Datema: “En het bleef spannend tot het eind. Pas met Kerst 2015 werd het systeem goedgekeurd en op 1 januari 2016 moest het ANLb starten.”

Ecologisch effect

Datema: “De makkelijkst manier om aan te tonen dat het ANLb werkt, is cijfers laten zien van het ecologische effect, toch ligt het ingewikkelder. Bij het ANLb focussen we op doelsoorten zoals de grutto, grote gele kwikstaart, patrijs en kievit. Dit zijn soorten die je langjarig moet monitoren voordat je iets kunt zeggen over het ecologische effect, langer dan de afgelopen zes jaar.”

Mulder: “De Europese Commissie vroeg al na één jaar naar de effecten, de politiek is heel ongeduldig. Als overheid moeten we de ecologische effecten wel gaan laten zien, maar dat is nu nog te snel.”

Datema: “Als we het ANLb breder hadden neergezet, en we niet alleen de focus op vogels hadden, maar bijvoorbeeld ook metingen hadden gedaan naar insecten in kruidenrijk grasland, houtsingels, vooraf en nu, wat zou dan het verschil zijn? Boeren die nu bloeiende akkerranden hebben, gebruiken minder gewasbescherming dan voor 2016 toen zij die akkerranden niet hadden, omdat er nu meer insecten zijn die als natuurlijke plaagbestrijding het gewas beschermen. We weten dat als we gebieden inrichten voor vogels, dat veel doet voor de totale biodiversiteit. Maar het is allemaal niet gemeten.”

Succesvolle samenwerking

Mulder: “Het succes van het ANLb is nog groter dan ik hoopte. Boeren zijn meer betrokken en met betrokkenheid boek je meer succes. Boeren en collectieven zijn veel meer gaan samenwerken, zowel met elkaar als met andere partijen zoals de waterschappen, Natuurmonumenten en de Vogelbescherming. De collectieven zijn de gesprekspartners in de regio geworden voor de provincie om natuurdoelen te halen. We hoopten tijdens het bedenken dat dit zou gebeuren, maar je weet nooit of het zo uitpakt in de praktijk. En je merkt dat de collectieven ook populair zijn in de Tweede Kamer. Dat is allemaal in vier à vijf jaar tijd gebeurd. Het succes gaat ook de grens over. Zoals Duitsland die het Niederländische systeem wil. Dat is mede dankzij Alex en onze Europese reizen. Alex is het gezicht geworden van boeren die wel willen veranderen. Dat is geen makkelijke positie.”

Datema: “Het was een coproductie, hoor. We hebben een systeem ontwikkeld met boeren waar de overheid achter staat. Het hielp als ik eerst een presentatie gaf en Aard daarna het podium opkwam. De kracht zit erin dat we samen een visie uitdragen en tonen hoe uniek dit systeem is.”

De toekomst

Datema: “De ANLb-periode loopt tot en met 2021. Maar de Europese commissie heeft de nieuwe periode van het Europese landbouwbeleid, het Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB), nog niet helemaal rond, dus is de periode verlengd met twee jaar. In 2023 start de nieuwe periode met nieuwe regels. Het systeem staat niet ter discussie, ondanks dat de resultaten nog niet te zien zijn. Er wordt alleen gekeken naar verbetering en verbreding, dus dat is heel goed. Mijn ideaal met betrekking tot het ANLb is doelverbreding: het systeem werkt, dus zet het ook in voor de bodem, water en misschien zelfs tegen stikstof. Geef de collectieven meer vrijheid om het beheer in te richten, zodat er meer gebruik gemaakt kan worden van de expertise van de collectieven. En ik zou graag in meer en in grotere gebieden ANLb zien. Als alles is goedgekeurd door de Europese Commissie gaat er vanaf 2023 gewerkt worden met eco-regelingen, de focus van het Europese gemeenschappelijk landbouwbeleid ligt op vergroening. De hectaretoeslag wordt verlaagd met twintig procent tot maximaal dertig procent. Het daardoor vrijkomende budget wordt weer ingezet voor de eco-regelingen. Bij eco-regelingen worden boeren betaald na uitgevoerde maatregelen die bijdragen aan de vergroening. Hierdoor wordt het aantal boeren dat zich kan richten op verduurzamen, substantieel groter. Niet alleen in de gebieden die door de provincie aangewezen zijn, maar ook daarbuiten. Zo kan heel Nederland vergroenen.”

Mulder: “Het is heel mooi om te zien dat de voorstellen die Phil Hogan (Europees commissaris met de portefeuille Landbouw en Plattelandsontwikkeling) heeft gedaan, zijn gebaseerd op ons systeem. Hij bezocht Nederland om te kijken hoe we het hier doen en nu zijn een aantal denklijnen uit het nieuwe GLB gebaseerd op de manier hoe het ANLb is ingericht. Ook wordt gekeken hoe het collectieve systeem, waarbij de boeren begeleid worden met ecologische kennis en maatregelen effectief uitgevoerd worden op de juiste plek, kan worden ingezet voor de eco-regelingen.”

Datema: “Want ook al doet één op de vijf boeren mee met ANLb, ze doen dat niet op elke centimeter van hun bedrijf. Op 6,5 procent van de agrarische grond wordt ANLb uitgevoerd. Dat moet meer worden en dat kan met de eco-regelingen. Dan kunnen we de landelijke trend van de teruggang van de grutto ombuigen naar een toename. Waar beheer goed wordt uitgevoerd, zie je ecologische effecten. Dat willen we in heel Nederland.”

30 november 2021
Deel dit bericht
Geplaatst in:
Click to access the login or register cheese