Dooradering
Dooradering is te onderscheiden in twee verschillende dooraderingen; droge dooradering en natte dooradering, beiden zijn één van de vier leefgebieden binnen Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer (ANLb).
De droge dooradering vormt een netwerk van landschapselementen als elzensingels, houtwallen, heggen, lanen, hoogstamboomgaarden, (hakhout)bosjes, struwelen, bloemrijke (perceel)randen en ruigtezomen. De droge dooradering werkt ook ondersteunend voor doelsoorten uit bijvoorbeeld het leefgebied open akker. Met de juiste landschapselementen voor dit leefgebied, creëer je de juiste microhabitat die de doelsoorten van het ANLb nodig hebben. Het is daarbij heel belangrijk om kennis te hebben van de landschapsecologie en de ondersteunende programma’s.
Deze factsheet helpen je op weg voor een betere droge dooradering op jouw land.
Natte dooradering vormt een netwerk van natte landschapselementen zoals sloten, beken, oevers, poelen en andere kleine wateren. Willen we de doelsoorten een kans te geven zich in het agrarisch gebied te vestigen en om vanuit omliggende gebieden zich te verspreiden, dan is het belangrijk dat zowel het beheer als de inrichting op de juiste manier en op de juiste plek plaatsvindt.
Deze factsheet bieden de collectieven en de beheerders (boeren en loonwerkers) de juiste tools in handen om de natte dooradering nog verder te verbeteren.
Publicaties
- Factsheet ecologisch slootschonen
- Biodiversiteit in en rondom de sloot
- Natuurkennis: Gebiedskenmerken en het beheer van doelsoorten in het agrarisch leefgebied “Natte dooradering”. Specifiek sloten in het veenweidegebied
- Rijn Vecht en Venen: hoe beheer je krabbenscheersloten.
- Rijn Vecht en Venen: Wat is ecologisch slootschonen.