Studiegroepen zorgen voor kennisdeling én verbinding
Tekst & Foto’s: Pieter Verbeek
Samen weet je meer dan alleen. Daarom ondersteunt BoerenNatuur de agrarische collectieven om studiegroepen te organiseren, waarin boeren zich samen buigen over vraagstukken rond agrarisch natuur- en landschapsbeheer. Of het nu gaat om duurzaam bodembeheer of ecologisch slootschonen. ‘Mensen zitten hier met een gezamenlijk doel. We benutten ieders kennis en geven elkaar advies.‘
“Kijk dit ziet er goed uit”, zegt Jan Boon, gebiedscoördinator van Collectief Rivierenland. Hij wijst op hele kleine wormpjes die in de brok kleigrond in zijn hand bewegen. “Dit zijn strooiselwormen. Dit is een teken van gezonde grond.” Vandaag zijn acht boeren, twee akkerbouwers, zes veehouders, bij elkaar gekomen in Echteld bij de boerderij van Corine Weima, gespecialiseerd in akkerbouw met als hoofdproducten aardappelen, suikerbieten, tarwe en uien. Ze vormen samen de nieuwe studiegroep duurzaam bodembeheer, georganiseerd door het Collectief Rivierenland, die vandaag van start is gegaan. Boon begeleidt de studiegroep samen met collega Camiel van de Burgt.
Na een ochtend kennismaken met elkaar en leren over theorie van bodembeheer is de groep nu de akker opgegaan om onderzoek te doen naar het vraagstuk waar Weiman mee worstelt, namelijk welke stappen zij kan ondernemen voor een betere waterhuishouding op haar land. Een deel ervan heeft namelijk te kampen met kwelwater, rivierwater dat via de ondergrond op haar akker naar boven komt. “In de winter is dat niet zo erg, maar in mei en juni als er gewassen staan op het land is dat wel heel erg vervelend. Dat geeft natte wortels en vermindert de groei”, legt ze uit aan de groep.
Succesvolle studiegroepen
Collectief Rivierenland organiseert sinds begin dit jaar studiegroepen. En met succes. Naast duurzaam bodembeheer en ecologisch slootschonen, is er een studiegroep uiterwaardenbeheer, biodivers akkermozaïek en een studiegroep kruidenrijk grasland. Sommige studiegroepen starten dit najaar al een tweede reeks, zoals duurzaam bodembeheer. Ook de studiegroep ecologisch slootschonen is begonnen met een vervolg. “In de studiegroepen inventariseren we welke vraagstukken leven bij de boeren die meedoen”, licht Boon toe. “We kiezen een thema wat aansluit bij het vraagstuk dat speelt. Collega boeren, met vooral praktische kennis, vormen samen met ons een advies. We laten het echt uit de boeren zelf komen. In de studiegroepen proberen we de beginsituatie scherp te krijgen. Wat heeft de boer nodig om bijvoorbeeld bodemverbetering vorm te geven? En wat is er nodig ten behoeve van de ecologie, de natuur? Ook nodigen we regelmatig externe sprekers uit, zoals adviseurs die veel van bodem afweten. Er zijn grote uitdagingen voor boeren, zoals natte voorjaars en droge zomers. Klimaatverandering is echt een belangrijk vraagstuk voor boeren.”
De studiegroepen kijken naar de verschillende belangen die er spelen. “Bij ecologisch slootschonen houden we ook rekening met andere partijen zoals de waterschappen en loonwerkers”, licht Boon toe. “Die zijn er ook bij betrokken. Je moet met elkaar de neuzen dezelfde kant op krijgen. Loonbedrijven voeren het werk uit, met de machines. Zij willen uit de kosten komen en eraan verdienen. Waterschappen hebben belangen bij het land drooghouden, dat er goede doorstroming blijft in de watergangen. Dat soort belangen en processen nemen we mee in onze kennisdeling en praktijkbijeenkomsten. Dan gaan we ook echt met elkaar een sloot ecologisch schonen.”
Feeling houden met elkaar
Dat er acht boeren meedoen aan de studiegroep duurzaam bodembeheer is een bewuste keuze, legt Boon uit. “We hebben de groep bewust klein gehouden om echt feeling met elkaar te krijgen. In de pauzes vindt de echte uitwisseling plaats. Er zijn boeren die in nauw contact met elkaar blijven. Je laat toch een stukje van je bedrijf zien aan de anderen. Mensen raken betrokken bij elkaar.”
De komende maanden blijven deze acht deelnemers elkaar zien in vier bijeenkomsten, steeds weer op of rond het erf van een van de deelnemers en steeds weer werken aan een vraag uit de groep. Naast waterhuishouding kan het gaan om onderwerpen als nutriënten, bodemstructuur, bodemleven, organische stofgehalte of beworteling.
Natuurinclusieve landbouw
De studiegroepen komen voort uit de kennisontwikkeling van BoerenNatuur over natuurinclusieve landbouw in tien verschillende kenniskringen binnen het project LIFE-IP All4Biodiversity (Samen voor Biodiversiteit). Van natuurinclusieve veehouderij, natte dooradering, akkervogels, weidevogels tot natuurinclusieve akkerbouw: al deze kennis kunnen de agrarische collectieven met hun deelnemers delen in de studiegroepen die ze met hun leden organiseren.
De studiegroepen bestaan uit een groep deelnemers plus een studiegroepbegeleider uit het collectief, en gaan aan de slag met kennisontwikkeling op een bepaald ANLb-beheer thema. Ze komen minimaal 3 tot maximaal 5 keer per jaar bijeen. Welke onderwerpen de studiegroepen behandelen bepalen de deelnemers grotendeels zelf.
De collectieven krijgen een financiële bijdrage voor het opzetten, begeleiden en invullen van studiegroepen om aan kennisontwikkeling met deelnemers te werken. Ze kunnen daarmee bijvoorbeeld externe sprekers inhuren. Ook organiseert BoerenNatuur train-de-trainer workshops voor medewerkers van collectieven. Ze leren daar vaardigheden die je als studiegroepbegeleider nodig hebt en een eigen plan van aanpak maken. Regelmatig organiseert BoerenNatuur functie-intervisie dagen voor studiegroepbegeleiders.
Bodemonderzoek
In Echteld op de net omgeploegde kleigrond van Corine heeft de studiegroep in drie kleine groepjes hun bodemonderzoek afgerond. Ze hebben kuilen gegraven en gekeken naar waterinfiltratie en de bodemstructuur. Hoe is het bodemleven? Wat voor lagen zijn er? Hoe loopt het water weg? Wat kan Corine doen? Het kwelwater hou je immers niet tegen, dat zoekt altijd een weg naar boven. Kan ze misschien verdichte kleilagen opheffen? Een damscherm plaatsen om het water tegen te houden? Greppels graven om het water weg te leiden? Drainage in de storende laag? De deelnemers geven verschillende adviezen, maar vooral het maken van greppels lijkt een oplossing om het kwelwater weg te laten vloeien van haar land.
Boeren erbij betrekken
“Iedereen wil een geschikte bodem voor goede gewasopbrengsten, die ook nog eens weerbaar is voor het klimaat”, legt Van der Burg uit. “We streven ernaar om iedere boer van ons collectief stappen aan te reiken om daar te komen. We willen boeren daar vooral zelf bij betrekken. En dat doen we in de studiegroepen. Mensen zitten hier met een gezamenlijk doel, en kunnen eigen vraagstukken indien en dan met elkaar advies geven, waarbij we dus ieders kennis benutten.”
En kennisdeling zorgt ook nog eens onderlinge binding, gaat hij verder. De kans is groot dat je elkaar blijft tegenkomen, je hebt allemaal de binding met de ANLb. We hebben nog steeds een actieve appgroep van de vorige studiegroep.”