Heldere visie overheid essentieel voor transitie natuurinclusieve landbouw
Er wordt de laatste tijd veel gesproken over boeren. BoerenNatuur stelt dat het de hoogste tijd is dat de boer zelf aan het woord komt. De timing van Trouw, met het onderzoek ‘De staat van de Boer’, kon dus niet beter. Een van de hoofdconclusies van dit onderzoek luidt: “boeren willen best veranderen en vergroenen, als er tenminste duidelijkheid komt in het beleid. Nederlandse boeren en boerinnen zijn toe aan een grootschalige vernieuwing van de sector. Meer dan 80 procent wil overstappen naar natuurvriendelijke methoden.”
Deze conclusies sluiten naadloos aan bij de resultaten van de landelijke Inspiratiedag Natuurinclusieve landbouw die BoerenNatuur samen met LTO Nederland en LandschappenNL maandag 18 juni organiseerden, ondersteund door het ministerie van LNV. Tijdens deze dag waren ruim 300 boeren, beleidsmedewerkers, adviseurs en terreinbeheerders bijeen om te discussiëren over mogelijke en gewenste stappen op het gebied van natuurinclusieve landbouw en om te leren van elkaars ervaringen.
De voorzitter van BoerenNatuur, Alex Datema, vatte aan het einde van de dag de belangrijkste winst als volgt samen: “Als we deze bijeenkomst een jaar geleden hadden gedaan, dan zou het vooral zijn gegaan over ‘of’ en ‘wat’ we met natuurinclusieve landbouw moeten. Vandaag de dag gaat het over ‘hoe’ we natuurinclusieve landbouw toepassen. Dat is een enorme winst in één jaar.”
Winst voor boer en biodiversiteit
Een mooi voorbeeld is de samenwerking tussen de natuurbeheerder Het Zeeuwse Landschap en akkerbouwers op Schouwen-Duiveland. Akkerbouwers pachten grond van het Zeeuws Landschap en beheren dat op zowel gangbare als natuurinclusieve wijze. Als tegenprestatie treffen de akkerbouwers op een deel van de eigen grond maatregelen zoals stoppels laten staan in de winter, keverbanken aanleggen en bloemblokken realiseren. Dankzij het randenbeheer wordt het risico op verspreiding van gewasziekten beperkt en tegelijkertijd de natuurlijke vijanden van plaaginsecten meer leefgebied geboden. Winst voor de boer en de biodiversiteit .
Bedrijfseconomische transitie
Tijdens de NIL-dag werden bedrijfseconomische analyses van gangbare, biologische en natuurinclusieve bedrijven gepresenteerd. Wat blijkt is dat bedrijven die omschakelen van gangbaar naar biologisch, na een transitieperiode van twee jaar, in hun inkomsten gecompenseerd worden voor hun hogere kosten, denk aan de inkoop van biologisch veevoer. De beloning door de markt na realisatie is voor natuurinclusieve boeren nog onzeker. Dit vereist een hefboom van beleid en de maatschappij.
Tijdens de dag kwam in allerlei workshops steeds naar voren dat vier zaken essentieel zijn om nu aan de slag te kunnen met natuurinclusieve landbouw:
- Essentieel is dat kennis en ervaringen met natuurinclusieve landbouw worden gedeeld met collega-boeren, collega-provincies, collega-adviseurs en collega-terreinbeheerders EN dat nieuwe kennis wordt ontwikkeld over natuurinclusieve landbouw, en dat deze kennis via het onderwijs en landbouwvoorlichting wordt verspreid.
- Remmende wetgeving moet met verhoogde prioriteit worden aangepakt. Tijdens de inspiratiedag werd opgeroepen tot duidelijk richtinggevende regelgeving. Iedereen is er van overtuigd dat natuurinclusieve landbouw begint bij de bodem. Iedereen weet ook dat mest injecteren slecht is voor het bodemleven. De minister staat helaas op het punt de uitzondering voor bovengronds uitrijden in het veenweidegebied in te trekken.
- Er moet uitzicht komen op een eerlijke marktprijs voor hun natuurvriendelijke product en daarbij zoeken we steun bij maatschappelijke organisaties en NGO’s omdat dit een gezamenlijke verantwoordelijkheid is.
- Last but not least is het van groot belang dat de overheid de transitie naar natuurinclusieve landbouw ook stimuleert. Het toekomstig Gemeenschappelijk Landbouw Beleid (GLB) is dè mogelijkheid om financieel een natuurinclusieve landbouw stimuleren. Dit is op korte termijn niet geregeld. Een stimuleringsregeling, een soort subsidieregeling vergelijkbaar met de Stimulering Duurzame Energieproductie (SDEplus), zou daarin kunnen voorzien.
Kortom, in de transitie naar een natuurinclusieve landbouw is het van groot belang dat de overheid daar in ondersteunt en faciliteert. BoerenNatuur kijkt mede daarom uit naar de nieuwe landbouwvisie die Minister Schouten na de zomer zal presenteren. Boeren willen verduurzamen, maar dan moet de overheid komen met een passend natuurinclusief lange termijn beleid. En waarin, zowel het rijk als de provincies, hun bijdrage aan de transitie leveren opdat zowel koplopers als het peloton de nodige en gewenste stappen, van zowel de maatschappij als een groot deel van de boeren zelf, richting een natuurinclusieve landbouw kunnen maken.