Ecologie verbeteren in de sloot
Dit jaar is de ecologische evaluatie uitgekomen over de ecologische effect van ANLb-pakketten. Met deze uitkomsten van de natte dooradering heeft RAVON aanbevelingen gemaakt voor in het veld, of nou ja de sloot.
Eerst nog even kort wat zijn de bevindingen van de evaluatie uitgevoerd door WUR in opdracht van LVVN.
- Sinds de tellingen in 2015 van het Meetnet Beleidsmonitoring komen in de natte dooradering steeds minder vissen, amfibieën en insecten voor, zowel de doelsoorten als de algemene soorten. Dus naast doelsoorten zoals de kamsalamander, grote modderkruiper en groene glazenmaker lopen de aantallen ook terug van geel gerande waterroofkevers en stekelbaarsjes.
- Met het huidige hoeveelheid ANLb-beheer in de natte dooradering kan je niet de gehele kwaliteit van het water en de biodiversiteit verhogen. Momenteel ligt er op het totale oppervlakte natte dooradering 2,5% zwaar beheer, 2,5% licht beheer. Op 95% van de totaal aantal hectares natte dooradering in het agrarisch gebied ligt geen ANLb beheer. Dat betekent is in totalen misschien niet genoeg, maar wel alsnog 2108 poelen in het ANLb en 811 natuurvriendelijke oevers en ook 1614 hectares aan ecologisch geschoonde sloten.
- Om de directe link en effect van de ANLb-maatregelen te kunnen meten zou je beleidsmonitoring en beheermonitoring op dezelfde plekken moeten uitvoeren.
- Nederlandse sloten hebben last van acht soorten invasieve exotische rivierkreeften. Dit ontmoedigd de boer en het collectief in het ANLb-beheer.
De aanbevelingen
De WUR en RAVON constateren beiden dat als ondergrens voor alle sloten in Nederland ecologisch slootschonen zou moeten gelden. Een sloot een jaar niet schoonmaken is ook beheer. Daarnaast heeft RAVON een rijtje aanbevelingen; hoe ANLb-pakketten te combineren, vooral in kansrijke gebieden:
- Leg natuurvriendelijke oever aan in combinatie met hoog waterpeil in voortplantingsperiode.
- Kruidenrijke randen naast natuurvriendelijke oevers.
- Leg winterhabitat aan, zoals bosjes, hagen en houtwallen.
- Poelen doen het beter in clusters, maar houdt rekening met de tussenliggende afstanden.
Het is van belang dat collectieven per deelnemer een slootplan hebben, zodat de loonwerker de sloten ecologisch goed kan beheren. En neem veel tijd goed om de situatie van de sloot of poel of griend goed in kaart te krijgen; aanwezigheid doelsoorten – potentie beoordelen – zodat je de juiste maatregelen op de juiste plek kan kiezen.





Rivierkreeften: effecten en oplossingen
De veelvraat van de rivierkreeften zorgt voor achteruitgang biodiversiteit, naast vegetatie eten ze ook andere dieren op. Er zijn plekken waar de vegetatie het wel overleeft. Vermoeden is dat de basiskwaliteit daar wellicht stevig en robuust is en de kreeften beter aankan.
Er zijn twee oplossingen die te combineren zijn. Verminder de druk door rivierkreeften intensief te vangen. Dat vraagt een frequente inspanning voor langere tijd. Pas het ecosysteem aan met natuurvriendelijke oevers, zodat predatoren beter bij de kreeften kunnen, bijkomend voordeel is dat ze minder goed holen kunnen maken in deze oevers. Deze twee stappen kunnen de ecosystemen in de sloten gezonder en robuuster te krijgen.
Daarnaast kan het helpen om bij sloten die grotendeels leeggegeten zijn door de rivierkreeft, te baggeren. Als een harde reset van de sloot. Om bovenstaande aanbevelingen goed uit te voeren heeft BoerenNatuur een factsheet gemaakt om veldmedewerkers de natte dooradering goed te kunnen beoordelen en te zien welke staat de sloot of ander soort waterpartij is. Om daarna de juiste beheerpakketten te kunnen kiezen voor de juiste doelen.