Home / Actueel / Interview / ‘Bij weidevogelbeheer kan je niet zonder de boeren’ 

‘Bij weidevogelbeheer kan je niet zonder de boeren’ 

Tekst: Babs Bouwman

De Weidehof Krimpenerwaard kenmerkt zich door open polders en veel water. Geen wonder dat er in dit bijzondere stukje natuur veel aan weidevogelbeheer wordt gedaan. Sinds twee jaar staat veldmedewerker Klaas de Mik aan het stuur van weidevogelbeheer voor dit collectief. Gezien zijn elektrotechnische loopbaan als servicemonteur op zeeschepen en boorplatforms is dat best opmerkelijk. 

Echter voor Klaas was deze carrièreswitch een logische stap. Als zoon van een tuinder groeide hij op in de Krimpenerwaard en had hij al vroeg een passie voor de natuur en de weidevogels in het bijzonder. Na zo’n achttien jaar ervaring als vrijwilliger bij de Natuur en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard (NVWK) besloot hij er zijn beroep van te maken. “Al vanaf dat ik kan lopen heb ik hart voor alles in de natuur”. Hij kent niet alleen het gebied, maar ook de boeren en de boeren kennen hem. Dat is een groot voordeel. 

Rijk aan sloten

“Ons gebied is rijk aan sloten en met name de oevers vormen een belangrijk stukje natuur”. Het staat er vol met bloemen, kruidenrijke randen en er leven veel insecten. In de Krimpenerwaard is ongeveer 750 ha beschikbaar voor weidevogels. Klaas: “In de praktijk is dat natuurlijk veel meer, want vogels houden zich niet zo precies aan grenzen”. Klaas heeft passie voor zijn werk. “Maar het is best hard werken om iedereen gemotiveerd te houden”. Een groot deel van zijn takenpakket is boeren en de vrijwilligers te stimuleren. “Boeren waarderen het als iemand ze zegt dat hun inzet voor de weidevogels zichtbaar loont. Zij houden ook van de natuur en zijn bereid om zich ervoor in te zetten. Maar niet alles past in hun verdienmodel”. Klaas weet dat en daarom doet hij er alles aan om ze enthousiast te maken en te houden. 

Mozaïekbeheer

“Wij richten ons vooral het op mozaïekbeheer”. Ofwel een relatief klein gebied (10 tot 20 ha) inrichten met percelen kort gras afgewisseld met lang gras. Daarnaast ligt een perceel waar kleine aantallen rundvee weiden en een plas dras weiland. “De combinatie van deze vier beheertypen, zorgen voor succes”. Klaas licht toe: “De grutto broedt het liefst in lang snel groeiend gras, maar hun kuikens hebben in de nabije omgeving kort gras nodig om te kunnen lopen. De kievit daarentegen broedt in kort gras en loopt graag tussen het vee. Plas dras, ofwel onder water gezet weiland, trekt de tureluur aan. Overigens is een ondergelopen weiland ook heel fijn voor volwassen vogels, omdat ze er makkelijk wormen kunnen pikken”. De kracht van mozaïekbeheer is dus dat alle soorten en leeftijden vogels in de verschillende typen percelen genoeg voedsel kunnen vinden en overleven.

Het klinkt allemaal redelijk eenvoudig, maar zo’n mozaïek inrichten vergt veel puzzelwerk. “De kunst is een punt te vinden waar meerdere boeren met hun land bij elkaar zitten”. De meesten richten 10% in voor agrarisch natuurbeheer, dan heeft het niet teveel effect op de bedrijfsvoering. Ondanks dat ze slechts een kleine vergoeding ontvangen, is 90% van de boeren bereid om mee te denken en er tijd in te steken. Daar is Klaas blij mee: “Zonder boeren geen weidevogels”. Natuurlijk zijn er ook wel eens discussies en moet Klaas een compromis sluiten. “In mijn werk moet je kunnen meedenken met de boer en als je niet weet hoe een agrarische onderneming werkt is het lastig praten”.

Kievit. Foto: Pieter Verbeek.

Onafhankelijke monitoring

Beschermen is één: maar de effecten ervan moeten ook gemonitord worden. “Wij doen dat zelf ieder jaar en eens in de drie jaar telt een extern bureau op opdracht van de provincie”. Volgens hun onafhankelijke tellingen is er een stijging vanaf 2020 ingezet. “Dat geeft ons moed dat we goed op weg zijn”. Veel is te danken aan de boeren, maar ook aan grote inzet van zo’n 70 vrijwilligers van de Natuur- en Vogelwerkgroep Krimpenerwaard, kortweg NVWK. “Op ieder boerenland lopen 2 of 3 vrijwilligers rond om contacten met de boer te onderhouden over wanneer het land bewerkt, bemest of gemaaid gaat worden. Ze helpen met nesten opsporen en monitoren of de nesten uitkomen”. Klaas houdt het overzicht of alles goed verloopt. “Ik vind het leuk om met de vrijwilligers om te gaan en er tijd in te steken om samen op te trekken”. Hij beantwoordt hun vragen, informeert hoe dingen lopen en wat er verbeterd kan worden.

In de weidevogelbescherming wordt gesproken over nestsucces en broedsucces. “Voor zover wij weten komt er 80% van de nesten uit en weten we van 1/3 hoe het afloopt”. Aan de restan eischalen kunnen vrijwilligers zien of een nest is uitgekomen. 

Tureluur-kuiken in het veld. Foto: Saxifraga/Henk Baptist.

Deskundigheid

Het broedsucces bepalen vergt deskundigheid. “Aan het gedrag van de vogels kunnen wij zien of ze kuikens hebben. Een grutto bijvoorbeeld gaat boven je hoofd vliegen als je te dicht bij het nest komt en hij waarschuwt hij de kuikens dat er gevaar is”. Maar vogels doen meer om ervoor te zorgen dat hun nest niet ontdekt wordt. De meeste trucjes kent Klaas inmiddels wel en hij laat zich niet meer afleiden door hun gedrag. Toch wordt ook deze ervaren weidevogelkenner wel eens verrast. “Een keer was ik vanuit mijn kano de vogels aan het bespioneren, toen ik luid gepiep vlak naast me hoorde en alle kuikentjes in een futennest uit zag komen”. Snel en zachtjes voer Klaas toen weg, om ze zo min mogelijk te storen. 

Klaas vindt zijn werk reuze interessant. Bijvoorbeeld ook het vliegen met drones. “Daarmee kunnen we ’s ochtends heel vroeg warme eitjes opsporen”. Op die momenten vindt hij de wereld op zijn mooist. “Natuurlijk heb ik niet altijd zin om op te staan. Maar als ik eenmaal buiten ben en de zon zie opkomen en de geluiden van de wakker wordende natuur hoor, dan denk ik: wat is de wereld toch mooi!”

Klaas de Mik in het veld.

Naam: Klaas de Mik
Functie: Veldcoördinator
Collectief: Weidehof Krimpenerwaard
Aantal deelnemers: 125
Gebied in beheer: 1920 ha, waarvan 750 ha voor weidevogels, 536 ha waterbeheer, waarvan 900 km aan sloten en 1800 km slootranden
Mooiste waarneming: de zonopkomst

Cijfers 
De Krimpenerwaard omvat zo’n 12000 ha, waarvan 2600 ha natuurgebied met weidevogeldoelstelling is bestemd. Er broeden grutto’s, kieviten, tureluurs, scholeksters, slobeenden en veldleeuweriken. Overige weidevogels, zoals kemphanen, wulpen of watersnippen, komen in zeer kleine aantallen voor. De aantallen broedparen in 2024 op agrarisch gebied met ANLB zijn:  244 grutto’s, 414 kieviten, 139 scholeksters, 123 tureluurs, 54 slobeenden en naar schatting 26 veldleeuweriken. Ca 7700 ha is zonder ANLB. In de gebieden met ANLB beheer is er een lichte stijging te zien, maar met de aantallen weidevogels in de hele Krimpenerwaard gaat het nog niet goed. 

29 april 2025
Deel dit bericht
Geplaatst in:
Click to access the login or register cheese