Home / Actueel / Uncategorized / ‘ANLb in Beeld’: “In het weiland tussen de weidevogels, kom ik 100% tot ontspanning”

‘ANLb in Beeld’: “In het weiland tussen de weidevogels, kom ik 100% tot ontspanning”

Tekst: Babs Bouwman

Al op zijn vierde zocht André Hornstra naar kievitseieren in Friesland. Zijn vader en pake (opa) goten het zoeken hem met de paplepel in. “Vroeger was het zo dat als je kievitseieren geraapt had, dat je ook iets terug moest doen”. Zo leerde hij al heel jong nesten te markeren. Het rapen van eieren is allang verboden, maar met het beschermen van nesten is hij nooit opgehouden.

Ook toen André in 1998 in de Alblasserwaard kwam wonen beschermde hij nesten. Aanvankelijk op zijn eigen houtje en vanaf 2006 sloot hij zich aan bij Natuur- en Vogelwacht Alblasserwaard.  De meeste boeren hier zijn bereid om iets goeds te doen voor de weidevogels ,,Wij helpen ze om de nesten op te sporen”. Een tijdrovende klus, waar de boeren geen tijd voor hebben. De vrijwilligers van Natuur- en Vogelwacht Alblasserwaard markeren de nesten, zodat er omheen gewerkt kan worden. In het broedseizoen bezoekt André de boerenbedrijven, soms wel twintig keer. “Met sommigen van hen bouw je een band op, een soort vriendschap”.

Vanzelfsprekend is er regelmatig contact met collectief Alblasserwaard/Vijfheerenlanden, één van de veertig collectieven aangesloten bij BoerenNatuur. ,,In het broedseizoen sowieso wekelijks en soms zelfs dagelijks”. Dat kan gaan over een boer die een vrijwilliger zoekt omdat hij vermoedt dat er een nest zit. Het kan ook gaan over een perceel dat later gemaaid moet worden. ,,Het collectief ondersteunt ons op allerlei manieren, o.a. met materialen die we nodig hebben om te beschermen, zoals stroomkastjes, stroomdraad, stroompaaltjes en nestbeschermers”. Ook hebben ze de aanschaf van drones mogelijk gemaakt, waarmee het droneteam nesten kan opsporen in lang gras. Een geweldig hulpmiddel.

André Hornstra staat hier voor een weiland bij Wijngaarden, waar hij onlangs nog een lepelaar zag lopen.

Hoe vind je een nest? “In maart is het gras nog kort en laten de nesten zich makkelijker opsporen”. André zoekt nooit klakkeloos. Het begint met kijken. Naar het gedrag van weidevogels, of ze baltsen en waar ze vliegen. “Als je een weiland inloopt is het zaak goed op te letten wat er om je heen gebeurt”. Meestal vliegen de vrouwtjes van de nesten. André heeft zo zijn foefjes om te onthouden waar het nest vermoedelijk zit. Ca. drie meter voor het nest zet hij een stok neer, zodat de boer er netjes omheen kan werken. “Sommige vogels proberen je te misleiden en lopen eerst een stukje van hun nest af, alvorens op te vliegen”. Maar door jarenlange ervaring laat André zich niet zo snel voor de gek houden.

“Als er rust is in het weiland, dan hoeven wij geen nesten te markeren”. Bijvoorbeeld bij plas dras gebieden of percelen met een uitgestelde maaidatum. “Het mooiste is als de weidevogels zoveel mogelijk rust krijgen tot half juni”. Maar niet alle boeren kunnen zich dat veroorloven, omdat ze anders niet genoeg voedsel voor de koeien hebben. Dan is er overleg met de boer, wat er wel haalbaar is: bijvoorbeeld niet alles, maar slechts een deel maaien.

Weidevogels gedijen het beste in een open landschap met variatie in grashoogten en veel bloemen en kruiden. Hoe gevarieerder, hoe beter. Het is belangrijk dat het grondwaterpeil hoog is, want water brengt leven. “In samenwerking met de boeren realiseerde het collectief al 150 plasdraspercelen, wat ideaal is voor de weidevogels”. Kruidenrijke graslanden en bloemen zijn nodig voor het voedsel, omdat er veel insecten in zitten. “Het is ook belangrijk dat niet alle percelen tegelijk worden gemaaid, want gras van verschillende hoogten biedt bescherming en voedsel voor de kuikens”. In het gebied waar André en zijn collega-vrijwilligers werken komen de grutto, kieviet, tureluur, scholekster en slobeend (big five) het meeste voor. Daarnaast stuiten ze ook wel op nesten van onder andere meerkoeten, krak- en kuifeenden, zwanen, diverse soorten ganzen, graspieper, veldleeuwerik en soms een zomertaling en kleine plevier. Die nesten zijn ook belangrijk en kunnen ook op bescherming rekenen.

Landelijk gezien verdwijnt ieder jaar 5% van de weidevogels. “In ons gebied blijft dat de laatste jaren gelijk en eigenlijk zien wij dat als een vooruitgang”.  Natuur- en Vogelwacht Alblasserwaard is blij met de cijfers. Nesten beschermen is één, maar komen de eieren ook uit? “Als de kuikens opgedroogd zijn, verlaten ze direct het nest”. Daarna zijn ze moeilijk te vinden. De lege nesten laten zien of de legsels zijn uitgekomen, maar hoeveel kuikens er uiteindelijk ook vliegvlug worden, is lastig te zeggen. “Aan het einde van het jaar zijn de SOVON tellingen bekend: dan weten we meer”.

Bij Natuur- en Vogelwacht Alblasserwaard zetten 45 vrijwilligers zich in voor de weidevogels: allemaal met een heel andere achtergrond. Zo werkt de een in de zorg en de ander in de olie. Er zijn ook leraren, mensen met een agrarische achtergrond, ongediertebestrijders, een hypotheekadviseur en zelfs een kunstenaar. “In onze groepsapp delen we verdrietige momenten maar ook successen”. Allemaal hebben ze dezelfde passie voor de weidevogels, ieder zijn eigen voorkeur. Voor André staat de kievit met stip op nummer één: misschien wel omdat hem dat doet denken aan zijn mooie jeugd in Friesland.

5 juli 2024
Deel dit bericht
Geplaatst in: